De Oostkantons zijn zo uniek, omdat ze in het hart van Europa liggen. In het noorden vloeien België, Nederland en Duitsland samen in een drielandenpunt. Aan de westkant leunt het Franstalige Wallonië tegen de regio aan. In het zuiden strekt ze zich uit tot Luxemburg, in het oosten tot de Duitse bondstaten Nordrhein-Westfalen en Rheinland-Pfalz. Het zijn deze ligging en de invloeden van de buren, die de Oostkantons een heel bijzondere identiteit gegeven hebben. Hier ontstaat een mooie mengeling van Belgische rust en Duitse betrouwbaarheid en een flinke dosis levenskunst. Op een oppervlakte van nauwelijks 1.036 vierkante kilometer komen de Oostkantons zowel cultureel, taalkundig als culinair verrassend groots voor de dag. De diversiteit is er groot, wat taal betreft bijvoorbeeld. In en rond Malmedy wordt Frans gesproken. De rest van de Oostkantons spreekt Duits. De verschillen met de buurlanden vallen meteen op. Langs de Belgische kant van de grens bij Aken ontplooit zich een landschap dat -- vrij van verkavelingen en industriële landbouw -- al zijn charmes behield. Het lijkt wel een schilderij van een vergeten land, met kleine straatjes die alleen maar lijken te dienen om zich kronkelend naar het volgende prentenboekdorp, de volgende bekoorlijke stad te begeven. En ongetwijfeld bevindt zich op deze weg wel een restaurant waar de regionale keuken in ere gehouden wordt. Want ook op culinair vlak zijn de Oostkantons steeds weer verrassend.